Besluit Wob-verzoek over melkquotum en fosfaatrechtenstelsel
Originele beschrijving
Besluit op een verzoek om informatie over de besluitvorming rondom het loslaten van het melkquotum en de invoering van het fosfaatrechtenstelsel in de periode van 1 januari 2008 tot en met 12 juli 2018. Het gaat om een verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
Besluit Wob-verzoek over melkquotum en fosfaatrechtenstelsel (rijksoverheid.nl)
Besluit op een verzoek om informatie over de besluitvorming rondom het loslaten van het melkquotum en de invoering van het fosfaatrechtenstelsel in de periode van 1 januari 2008 tot en met 12 juli 2018. Het gaat om een verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). |
De beste boeren staan aan wal
De agrarische sector staat bol van de ontwikkelingen. Op boeren.online worden er tientallen nieuwsberichten besproken en kennis gedeeld. Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de agrarische sector kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!
Laatste reactie
Reacties
De onderstaande foto’s noemt met Wet Openbaarheid Bestuur
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
Pagina 49 brief van 15 april 2015: dit betekend dat we echt haast moeten gaan maken met de wetswijziging om dierrechten in te voeren.
Pagina 64 brief van 24 juni 2015: directie Wetgeving en Juridische zaken: "vroegst mogelijke peildatum op moment van bekendmaking besluit."
Afspraak met NZo: Sanctionering kringloopwijzer privaatrechtelijk.
Pagina 77 brief van 27 augustus 2015: knelgevallen regeling beperken. Ambtelijk kunnen LTO en NZO zich hierin vinden.
Pagina 248 mail van 18 juli 2016:
Campina en rabobank rechtstreeks contact met LNV hoe ze ons kunnen knijpen.
Pagina 251: blije mail naar LNV van 25 juli 2016: rabo, campina: boeren hebben grond en willen stoppen. Pagina 252: allemaal in vertrouwen uitgewerkt met kees romein.
Onderstaand komt uit de afstemming met de EC:
Secondly, there may be farms that reduced both the number of dairy cattle and also the holding capacity
necessary to effectively use the amount of rights that would be allocated based on the reference date. Aiming at
preventing over-endowment of such farms, the Dutch authorities will individually assess farms that have
significantly reduced their dairy cattle as compared to the number of cows owned on 2 July 2015 (50% of
reduction or more, representing [over 500]* farms). This will be done in order to determine whether the allocation
of rights on the basis of 2 July 2015 corresponds to their expected needs. A percentage of these farms will be also
inspected on site. It will be assessed whether the production capacity necessary to justify the allocation is still
present and, if not, the allocation will be limited to the amount that corresponds to the production that can be
realized. The cut off of 50% is chosen, a.o., based on the fact that if a farm reduces its dairy stock by less than
50%, it is unlikely that fundamental changes would have been made to the other means of production associated
with dairy farms. According to the Dutch authorities, with the individual assessment of the [over 500] farms,
already one third of the total reduction of cows that took place between 2 July 2015 and 1 October 2017 by over
17,800 dairy farmers will be covered.
Vertaling:
Ten tweede kunnen er bedrijven zijn die zowel het aantal melkvee hebben verminderd als de benodigde capaciteit
om effectief het aantal rechten te gebruiken dat op basis van de peildatum zou worden toegewezen. Met het oog
op het voorkomen van overmatige begiftiging van dergelijke bedrijven, zullen de Nederlandse autoriteiten
individueel bedrijven beoordelen die hun melkvee aanzienlijk hebben verminderd in vergelijking met het aantal
koeien dat op 2 juli 2015 in bezit was (50% van de vermindering of meer, wat neerkomt op [meer dan 500] *
boerderijen). Dit zal worden gedaan om te bepalen of de toewijzing van rechten op basis van 2 juli 2015
overeenkomt met hun verwachte behoeften. Een percentage van deze bedrijven zal ook ter plaatse worden
geïnspecteerd. Er zal worden beoordeeld of de productiecapaciteit die nodig is om de toewijzing te rechtvaardigen
nog steeds aanwezig is en, zo niet, de toewijzing zal worden beperkt tot het bedrag dat overeenkomt met de
productie die kan worden gerealiseerd. De afkapwaarde van 50% is gekozen, oa omdat, als een bedrijf zijn
melkvee minder dan 50% vermindert, het onwaarschijnlijk is dat er fundamentele veranderingen zijn aangebracht
in de andere productiemiddelen die samenhangen met melkveebedrijven. Volgens de Nederlandse autoriteiten zal,
met de individuele beoordeling van de [meer dan 500] bedrijven, al een derde van de totale vermindering van
koeien die tussen 2 juli 2015 en 1 oktober 2017 door meer dan 17.800 melkveehouders heeft plaatsgevonden,
worden gedekt.
Het gaat om vrije bewijsleer en kan dus per situatie verschillen. Maar we kunnen dus allerlei zaken opvragen
waarin ze moeten aantonen wat hun stalcapaciteit op 1 januari 2018 is of welke technische mogelijkheden er zijn
om nog melkvee te houden. Is er bijv nog een actuele vergunning? Is er een melkstal, is er een melktank,
contracten voor melklevering aan de melkfabriek, voerbewijzen/nota’s enz. Eigenlijk alles wat nodig is voor
bedrijfsvoering met melkvee. We mogen niet meer fosfaatrechten toekennen dan hun bedrijfsvoering nodig heeft.
Een actief UBN zegt op zich niets, immers ook een hobbyhouder moet een UBN hebben, of het is een bedrijf in
rustte dat zijn UBN nog niet beëindigd heeft. Landbouwactiviteiten moeten dus ook worden aangetoond.
Opvragen informatie
Hieronder een voorbeeld van het opvragen van informatie (hoort bij de interpretatie van de
aangeleverde gegevens kunnen we gezamenlijk doen (driehoeksoverleg, V&H-JZ overleg, op basis van
soortgelijke gevallen). willen we gaan toewijzen, misschien is het handig om een apart dossier te
maken met casussen die worden toegewezen / afgewezen na expected needs toets.
Basis voor toekenning van fosfaatrechten is de IR-registratie op 2 juli 2015. Het is ondernemers
toegestaan wijzigingen in het register door te geven tot twee dagen nadat de runderen op het bedrijf
zijn aangevoerd. Wijzigingen worden dan met terugwerkende kracht doorgevoerd.
RVO.nl heeft vastgesteld dat, bezien vanuit het geheel van de melkveesector, er geen grote
afwijkingen uit I&R blijken rond 2 juli. Dit ligt echter anders op individueel bedrijfsniveau (sommige
bedrijven hebben op 3 of 4 juli ongebruikelijk veel dieren geregistreerd of de diercategorie ‘omgekat’).
Op sommige bedrijven lijkt sprake van anticiperend gedrag.
Voorgestelde invulling
- Als bij toewijzing van rechten vermoedens zijn van bewuste manipulatie, kan worden afgeweken
van het I&R-register. Bijvoorbeeld als uit transport gegevens blijkt dat de dieren pas op 3 of 4 juli
feitelijk op het bedrijf zijn aangevoerd of als dieren in korte tijd zijn omgekat en teruggekat.
B, Dieraantallen 2 juli 2015
Basis voor toekenning van fosfaatrechten is de IR-registratie op 2 juli 2015. Het is
ondernemers toegestaan wijzigingen in het register door te geven tot twee dagen
nadat de runderen op het bedrijf zijn aangevoerd. Wijzigingen worden dan met
terugwerkende kracht doorgevoerd .
Die getroffen worden overstelpt met sorrys en financieel gecompenseerd
De fosfaat wordt opgelost door de razzia’s door de nvwa uit te voeren waarna de D33 rechters het touw om je nek gaan knopen in figuurlijke zin
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
Echt niet
Njente, nada notting!!
Nee, wij hebben er keurig voor gezorgd niet op tijd in te grijpen en het daardoor uit de hand te laten lopen
Reductie??? Heel graag!!
Betalen??
Zullen we een reductieplannetje verzinnen??
Ook leuk!!
(klik om te vergroten)
Goed speurwerk.
Wat mij opvalt de snelle actie van sectorpartijen. 7 juli 2016 krijgt stas van Dam te horen dat zij de staatssteun regels overtreedt als hij rechten uit deelt die door overschrijding fosfaat plafond een waarde vertegenwoordigen . Een week later is er al een plan van aanpak door de zuivel en 1 belangenbehartiging gecreëerd.
Daadkrachtig
Eén aandachtspunt nog. Het gaat niet alleen om de boeren die 1 juli nog geleasde koeien uit Duitsland in de stal
hebben gezet (dat was vrijdag in het gesprek aan de orde),
deel 4 pagina 121
Mooi nummer voor álle betrokkenen
Ik heb ook geprobeerd om over diverse documenten heen te kijken. Belangrijk is daarbij of bijv een directeur generaal van LNV zaken en discussies bevestigd in de documenten.
Er wordt door LNV bevestigt dat ze op de hoogte zijn van diverse misstanden rond de datum 2 juli 2015.
Genoemd wordt:
Omkatten van dieren
Antidateren van aangevoerde dan wel geïmporteerde dieren.
Duitse "lease koeien "
( over en weer geschuif met Duitse levensnummers, die op die manier ook buiten de CBS rapportage over groei veestapel bleven)
Ik raad bestuurders en politiek aan om dit probleem voor eens en altijd recht te zetten!
We gaan terug naar 2 juli 2015
Fosfaatrechten worden aangekondigd
Slimme boeren zorgen voor de invoer van grote aantallen Duitse levensnummers in het Nederlandse i&r systeem
Natuurlijk worden de dieren geregistreerd voor de peildatum van 2 juli
Redelijk snel na de peildatum worden de dieren afgevoerd van de stallijst
Er is geen koppeling tussen het Nederlandse en Duitse systeem
Daardoor blijven de Duitse boeren gevrijwaard van een heleboel shit wanneer het ooit naar buiten zou komen
En de Nederlandse boer is er dolblij mee.
Wordt vervolgd
Als het ze zoveel mag kosten om de boel te vertragen, dan hebben ze zeker wat te verbergen.
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
Alle ingrediënten hebben jullie nu compleet om er een lekker soep van te maken ( misschien was soap wel een beter woord geweest 🥴)
Ik zal later nog aangegeven hoe je de soep het beste op kunt dienen
Wordt vervolgd
binnen de milieurandvoorwaarden staat in het WOB
In het zgn zondagclubje zit ook een financiële topman. De naam weet ik niet maar het zou het lijntje naar de adviseurs zijn.
Wanneer dat zo is moeten er veehouders zijn die in aanloop naar 2 juli getipt zijn om hun stal te vullen.
De persgroep wil een oproep doen:
Mensen die getipt zijn en extra koeien gekocht hebben worden gevraagd zich te melden bij de persgroep. Hun anonimiteit zal gerespecteerd worden en zelf zullen ze er geen last mee krijgen Het is de bedoeling om het dossier over het handelen met voorkennis zo compleet mogelijk te maken om de sector te verlossen van mensen die nu nog dagelijks beslissingen nemen die invloed hebben op de boerenerven terwijl ze meegedaan hebben met graaipraktijken
(klik om te vergroten)
fosfaat rechten zijn schaarse rechten Verdelingssysteem fosfaatrechten ter discussie
Dat fosfaatrechten schaars zijn, blijkt wel uit de vele honderden rechtszaken die er voor het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) over worden uitgevochten. Iedereen probeert er zoveel mogelijk te bemachtigen, desnoods via de rechter.
Een andere manier is door het ingezette verdelingssysteem ter discussie te stellen. Fosfaatrechten zijn in ieder geval aan te duiden als schaarse rechten. De overheid heeft slechts een beperkt aantal fosfaatrechten beschikbaar om de stikstofuitstoot te kunnen beteugelen.
Schaars
Omdat ze schaars zijn, zouden fosfaatrechten daarom niet ‘zomaar’, gratis, voor onbepaalde tijd en vrij verhandelaar, aan veehouders mogen worden toegekend, is een mening die met enige regelmaat gehoord wordt. Daarbij baseren de critici van het verdelingssysteem zich op een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin de Raad stelt dat schaarse rechten niet voor onbepaalde tijd, gratis en vrij verhandelbaar mogen worden toegekend.
daarom niet ‘zomaar’, gratis - iedereen heeft ze gratis verkregen . fout 1
voor onbepaalde tijd . ze zijn bij iedereen uitgegeven voor onbepaalde tijd staat geen eind datum op de vergunning fout 2
lees het onderstaan de stuk
research.vu.nl/files/2943024/…
Dit is een goede reactie van een premier die snapt dat je fouten niet weg kan lachen.
Zou Rutte wel eens een traan gelaten hebben voor één knelgeval, of het nu stikstof, fosfaat of knelgevallen via de toeslagen zijn? Ook al was het er maar 1! Het zou de burgers van dit land goed doen om politiek verantwoordelijk te zien nemen zoals nu in Denemarken gebeurt.
(klik om te vergroten)
Beoordeling door het Hof
41 Om te beginnen zij opgemerkt dat het Gerecht in punt 76 van het bestreden arrest heeft geoordeeld dat op zijn minst één van de leden van de VGG, namelijk de Stichting NPDHV, moet worden aangemerkt als „belanghebbende” in de zin van artikel 108, lid 2, VWEU en artikel 1, onder h), van verordening nr. 659/1999.
42 Ter ondersteuning van deze gevolgtrekking heeft het Gerecht er in punt 53 van dat arrest op gewezen dat een indirecte concurrent van de begunstigde van een steunmaatregel als „belanghebbende” kan worden aangemerkt voor zover hij aanvoert dat zijn belangen door de steunverlening ongunstig zouden kunnen worden beïnvloed en voor zover hij rechtens genoegzaam aantoont dat de steun concrete gevolgen dreigt te hebben voor zijn situatie. In punt 54 van het bestreden arrest heeft het Gerecht gepreciseerd dat, wat concurrerende ondernemingen betreft, de verzoeker slechts als „belanghebbende” kan worden aangemerkt indien hij ten eerste aantoont dat hij in een concurrentieverhouding staat tot de begunstigden van de steun en ten tweede bewijst dat de steun zijn situatie concreet dreigt te beïnvloeden, waardoor de concurrentieverhouding in kwestie dreigt te worden verstoord.
43 In het licht van deze criteria heeft het Gerecht in de punten 61 tot en met 67 van het bestreden arrest vastgesteld dat de leden van de VGG – met name de Stichting NPDHV – in een concurrentieverhouding stonden tot de TBO’s, en in de punten 68 tot en met 75 van dat arrest heeft het Gerecht onderzocht of was aangetoond dat de toekenning van de litigieuze steun de situatie van de leden van de VGG concreet beïnvloedde, waardoor de concurrentieverhouding tussen die leden en de begunstigden van de steunmaatregel in kwestie werd verstoord.
44 In de eerste plaats zij opgemerkt dat de TBO’s de door het Gerecht geconstateerde concurrentieverhouding betwisten door in wezen aan te voeren dat de verwijzing naar de algemene term „toerisme” in punt 66 van het bestreden arrest te algemeen is, dat geen rekening is gehouden met de markt voor de verkoop van hout en dat de in aanmerking genomen gegevens algemeen beschouwd niet volstaan als bewijs voor het feit dat er een concurrentieverhouding bestaat tussen de TBO’s en de leden van de VGG.
45 In dit verband kan worden volstaan met de vaststelling dat de TBO’s met dat betoog in wezen – zonder aan te voeren dat de bewijselementen onjuist zijn opgevat – opkomen tegen de soevereine beoordeling van de feiten die het Gerecht heeft verricht in de punten 63 tot en met 67 van het bestreden arrest.
46 Volgens vaste rechtspraak van het Hof vormt de beoordeling van de feiten door het Gerecht, behoudens het geval van een onjuiste opvatting van de aan het Gerecht overgelegde bewijselementen, geen rechtsvraag die als zodanig vatbaar is voor toetsing door het Hof (arresten van 30 september 2003, Freistaat Sachsen e.a./Commissie, C‑57/00 P en C‑61/00 P, EU:C:2003:510, punt 102, en 26 maart 2020, Larko/Commissie, C‑244/18 P, EU:C:2020:238, punt 25).
47 Wat betreft het door de Commissie in haar memorie van antwoord ter ondersteuning van het eerste onderdeel van het eerste middel aangedragen argument dat het Gerecht de feiten onjuist zou hebben opgevat, zij eraan herinnerd dat de conclusies van de memorie van antwoord volgens artikel 174 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof strekken tot gehele of gedeeltelijke toewijzing of afwijzing van de hogere voorziening. Voorts kunnen de partijen die een memorie van antwoord mogen indienen, overeenkomstig de artikelen 172 en 176 van dat Reglement bij afzonderlijke, van de memorie van antwoord onderscheiden akte een incidentele hogere voorziening instellen, die volgens artikel 178, lid 1, en lid 3, tweede volzin, van datzelfde Reglement moet strekken tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van het Gerecht op grond van juridische middelen en argumenten die verschillen van de middelen en argumenten die in de memorie van antwoord worden aangevoerd.
48 Uit deze bepalingen, in onderlinge samenhang beschouwd, blijkt dat de memorie van antwoord niet kan strekken tot vernietiging van de beslissing van het Gerecht op zelfstandige gronden die verschillen van die welke in het kader van de hogere voorziening zijn aangevoerd, aangezien dergelijke gronden enkel kunnen worden aangevoerd in het kader van een incidentele hogere voorziening (arresten van 10 november 2016, DTS Distribuidora de Televisión Digital/Commissie, C‑449/14 P, EU:C:2016:848, punten 99‑101; 30 mei 2017, Safa Nicu Sepahan/Raad, C‑45/15 P, EU:C:2017:402, punt 20, en 28 februari 2019, Raad/Growth Energy en Renewable Fuels Association, C‑465/16 P, EU:C:2019:155, punt 57).
49 Aangezien de TBO’s geen middel hebben aangevoerd waarin wordt gesteld dat het Gerecht de feiten onjuist heeft opgevat wat betreft zijn beoordeling van het bestaan van een concurrentieverhouding tussen de TBO’s en de leden van de VGG, kan een dergelijk argument dus niet ontvankelijk zijn wanneer de Commissie het aandraagt in haar memorie van antwoord.
50 In de tweede plaats heeft het Hof – zoals de advocaat-generaal in punt 38 van zijn conclusie in herinnering heeft gebracht – reeds geoordeeld dat een concurrerende onderneming van de begunstigde van een steunmaatregel, gelet op de in artikel 1, onder h), van verordening nr. 659/1999 vervatte definitie, onbetwistbaar behoort tot de „belanghebbenden” in de zin van artikel 108, lid 2, VWEU (arrest van 18 november 2010, NDSHT/Commissie, C‑322/09 P, EU:C:2010:701, punt 59).
51 Hieruit volgt dat het Gerecht geen blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de VGG behoorde tot de „belanghebbenden” in de zin van artikel 108, lid 2, VWEU, aangezien het heeft vastgesteld dat er een concurrentieverhouding bestond tussen de TBO’s en op zijn minst één van de leden van de VGG.
52 In de derde plaats vloeit uit het voorgaande voort dat geen relevantie toekomt aan de door de TBO’s en de Commissie in het kader van het tweede onderdeel van het eerste middel aangevoerde argumenten die ertoe strekken te betwisten dat de PNB-regeling concrete gevolgen heeft voor de situatie van de leden van de VGG, daar de kwalificatie van die leden als belanghebbenden rechtstreeks resulteert uit het feit dat zij concurrenten van de TBO’s zijn.
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)