Harmen Endendijk nieuwe voorzitter NMV

[quote]Harmen Endendijk, nieuwe voorzitter NMV, pleit voor eigen visie in beleid, vereenvoudiging mestwetgeving, herziening derogatie en dialoog-actie-juridische stappen voor sterker melkveehoudersbelang.[/quote] De leden van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) hebben dinsdag met 47 stemmen voor en twee blanco gekozen voor Harmen Endendijk uit Ermelo (GD) als nieuwe voorzitter van de vakbond. Endendijk is daarmee de opvolger van Henk Bleker die eind afgelopen jaar zijn functie bij de NMV neerlegde. Paul Gosselink uit Sinderen (GD) is de nieuwe vicevoorzitter. Hij trad de afgelopen maanden op als interim-voorzitter. Endendijk vertelde tijdens de Algemene Ledenvergadering in De Schakel in Nijkerk dat zijn vader bij de eerste leden van NMV hoorde. Hij wil de doelstellingen van de vakbond naar eigen zeggen zo goed mogelijk naar voren brengen bij de beleidsmaatregelen en zorgen voor een eigen visie. „Je kunt beter ten onder gaan met je eigen visie dan met die van een ander,” gaf Endendijk met enige zelfspot een uitspraak van Johan Cruyff als voorbeeld. Het belangrijkste vindt hij dat je moet kunnen leven van het melken van koeien. Daarnaast wil hij zich inzetten voor een gelijk speelveld op de internationale markt. Bodem en mest Voor de komende jaren moet er goed gekeken worden naar het beleid aangaande bodem en mest, zo vindt hij. De mestwetgeving moet bovendien eenvoudiger worden. „Een melkveehouder moet dit zelf kunnen invullen en er moet sprake zijn van enige coulance bij de overheid wanneer hier fouten in staan.” Harmen Endendijk pleit ook voor een herziening van de derogatie. „Bij afbouw van de derogatie moeten ook de bijbehorende maatregelen verdwijnen.” Het gebruik van kunstmestvervangers bovenop de norm voor dierlijke mest moet mogelijk zijn, volgens de nieuwe voorzitter. „Inmiddels is wetenschappelijk aangetoond dat dierlijke mest beter is voor het milieu en de waterkwaliteit dan kunstmest.” Drie stappen Het gevraagd worden als voorzitter voor de NMV vindt Endendijk eervol. „Er gaat veel veranderen en daar wil ik mijn steentje aan bijdragen. Er zit een hoop inhoudelijke kennis in de club. We worden in Den Haag inmiddels serieus genomen. Ik denk dat we moeten werken in drie stappen. Eerst mondeling, daarna fysieke actie durven voeren en ook de juridische weg moet je niet schuwen. Je staat sterker aan tafel met een fanatieke achterban.” Endendijk is melkveehouder in Ermelo en daarnaast al jaren vaste columnist van de regiobladen Veldpost, Vee & Gewas, Stal & Akker en Agraaf van Agrio, de uitgever van onder andere Melkvee. Tekst: Co Schipper

Stikstofclaim deelt eerste tik uit aan Greenpeace en Staat in stikstofzaak

27 december 2023. De rechtbank heeft Stikstofclaim vandaag in het gelijk gesteld. Stikstofclaim verzocht de rechtbank om te mogen toetreden tot de stikstofzaak van Greenpeace als belanghebbende. Greenpeace en de Staat der Nederlanden waren hier fel op tegen, en trokken alles uit de kast om een toetreding te verhinderen. De rechter schoof de bezwaren van Greenpeace en de Staat terzijde, en besliste dat Stikstofclaim wordt toegelaten tot deze zaak. Nu moet de rechter óók de belangen van de aangeslotenen van Stikstofclaim meewegen. Greenpeace wil via de rechter afdwingen dat de Staat grote haast maakt met haar stikstofaanpak. Niet in 2035 moeten de kritische depositiewaarden in veel natuurgebieden worden gehaald, zoals de wet nu stelt, maar al in 2025. Dit is een van de vorderingen van Greenpeace. Greenpeace en de Staat der Nederlanden wilden samen de ‘degens kruisen’ in de rechtbank. Echter, daar heeft Stikstofclaim een stokje voor weten te steken. Greenpeace wilde het voorbeeld van klimaatactiegroep Urgenda volgen. Urgenda stapte naar de rechter en dwong de Staat tot strenger klimaatbeleid. Greenpeace hoopte hetzelfde kunstje te flikken voor het stikstofbeleid. Maar rekende even niet op Stikstofclaim. Stikstofclaim volgt veel stikstofrechtszaken en ervaart dat de landsadvocaat, die de Staat verdedigt, geregeld veel weggeeft in rechtszaken tegen NGO’s. Hetzelfde dreigde te gebeuren in de stikstof-rechtszaak van Greenpeace. “Je mag er in zo’n zaak niet op vertrouwen dat de Staat de belangen van de boeren verdedigt”, aldus Stikstofclaim. Greenpeace en de Staat zetten alles in het werk om te verhinderen dat Stikstofclaim zou worden toegelaten tot hun gerechtelijke procedure. Vandaag kwam de rechter met een uitspraak, die ging niet mee met de argumenten van beiden. Maar besliste dat Stikstofclaim wordt toegelaten. De rechter verklaarde Stikstofclaim ontvankelijk. Stikstofclaim komt op voor de belangen van de aangeslotenen. De rechtbank oordeelde tevens dat Stikstofclaim voldoende achterban vertegenwoordigt om te mogen opkomen voor de boeren die worden getroffen door de extra stikstofmaatregelen die Greenpeace vordert. Het bestuur van Stikstofclaim is blij met de uitspraak van de rechter. De rechter wordt nu gedwongen ook de belangen van de boeren mee te wegen. En niet uitsluitend de belangen van Greenpeace en de Staat. De rechtszaak zal in het voorjaar van 2024 aanvangen. Naar verwachting zal deze zaak één of enkele jaren in beslag nemen. [i]Steun Stikstofclaim financieel in de zaak tegen Greenpeace U kunt ons helpen om Greenpeace en de Staat juridisch aan te pakken. Doe een vrijwillige financiële donatie aan Stikstofclaim en help ons de strijd voort te zetten. Als richtbedrag kunt u denken aan bijvoorbeeld € 150. Maak uw donatie over op rekeningnummer NL64ABNA 0863 5259 03 t.n.v. Stichting Stikstofclaim. [/i]

Gaat Adema aansturen op een abrupt einde van de derogatie?

Gaat Adema aansturen op een abrupt einde van de derogatie per 1 Jan 24? In de Derogatiebeschikking staat dat Nederland voor 1 Jan 24 de begrenzingen van de nutriënten verontreinigde gebieden definitief aan moet wijzen. Voor 2023 waren ze voorlopig aangewezen. Op 23 januari 23 stuurde Adema voor het laatst een Kamerbrief over dit onderwerp. In de Kamerbrief werd verwezen naar het spoed advies van het CDM van 16 Jan 23. In de screenshot de inleiding van dat advies. De Derogatiebeschikking gaat over de Nitraatrichtlijn. Het spoed advies wordt de KRW aangehaald en de onderbouwing rammelt. Een voorwaarde om binnen de NV gebieden te vallen is dat 19 % van de gevonden nutriënten landbouw gerelateerd moet wezen . CDM kan dat niet onderbouwen valt te lezen. Nu laat Adema de termijnen verstrijken. Voor een invoering met wettelijke bezwaar en beroep procedure was gisteren de deadline.....en ook op de agenda 's van de commissie vergaderingen landbouw en visserij de komende maand komt dit dossier niet aan de orde. Adema stuurt aan op een crash derogatie omdat als de begrenzing niet is vastgesteld op 1 Jan 24 de EU commissaris onmiddellijk de beschikking intrekt en we allemaal volgend jaar al aan de 170 norm zitten.

Einde Vertrekregeling leden-melkveehouders van FrieslandCampina

Was achteraf voor veel melkveehouders een mooie gouden handdruk: De Vertrekregeling die door de Europese Commissie als voorwaarde is gesteld voor de fusie is per 9 november 2023 beëindigd. De Vertrekregeling was bedoeld als stimulans voor leden-melkveehouders van FrieslandCampina om over te stappen naar een andere koper van boerderijmelk in Nederland. De beschikbare hoeveelheid melk voor de vertrekregeling bedroeg 1,2 miljard kg en is thans geheel verbruikt. Einde Regeling Beschikbaarstelling Melk De Regeling Beschikbaarstelling Melk betreft de andere voorwaarde die aan de fusie was verbonden. De regeling voorzag in de levering door FrieslandCampina van boerderijmelk aan de twee in het kader van de fusie verkochte bedrijven (Nijkerk en Bleskensgraaf) en aan derden die melk verwerken tot consumptiemelk(producten) of Nederlandse natuurkaas. Voor deze regeling was sinds 1 maart 2019 alleen nog melk beschikbaar voor levering aan de twee verkochte bedrijven. Als gevolg van het bereiken van de 1,2 kg miljard melk is ook de Regeling Beschikbaarstelling Melk per 9 november 2023 tot een einde gekomen. Einde fusiemaatregelen Met het einde van de Vertrekregeling en de Regeling Beschikbaarstelling Melk zijn de fusievoorwaarden van de Europese Commissie uit 2008 aangaande de fusie tussen Friesland Foods en Campina beëindigd. Voor de Vertrekregeling geldt alleen dat de verplichting tot terugbetaling van (een deel van) de vertrekpremie blijft bestaan indien gedurende drie jaar na vertrek niet aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.

Stikstof depositiebeleid verlaten voor emissiebeleid: quick win of quick big loss?

[b]Persbericht Stikstofclaim.[/b] Het afgelopen jaar hoor je steeds vaker de roep om te stoppen met het huidige stikstofdepositiebeleid en over te stappen op stikstofemissie beleid. Met dit opstel geeft het bestuur van de Stichting Stikstof Claim weer wat daarvan de gevolgen (kunnen) zijn. De huidige, op depositiebeleid ingerichte wetgeving, kent veel onvolkomenheden en politiek, belangenbehartigers en wethandhavers lopen op allerlei punten vast in de uitvoerbaarheid van de regelgeving. De onzekere positie van PAS-melders en interimmers, maar ook de gevolgen voor andere maatschappelijke activiteiten als een simpel evenement in de buitenlucht op het platteland, worden “plots” door overijverige ambtenaren en bange bestuurders (wethouders/gedeputeerden) tegen gehouden. De roep om een alternatief is dan ook te verwachten want de huidige minister van Natuur en Stikstof is niet in staat om een perspectief te schetsen dat er op afzienbare tijd acceptabele oplossingen komen voor de huidige knelpunten. Sterker nog, er komen steeds meer aanvullende beperkingen die oplossingen verder vertragen of zelfs onmogelijk lijken te maken. En ja, ze lacht er ook nog bij. Maar is de roep om stikstofemissie beleid dan “The Silver Bullit” waardoor we alle ellende achter ons kunnen laten? Volgens Stichting Stikstof Claim is dat zeer zeker niet het geval. Sterker nog, de zogenaamde oplossing is erger dan de kwaal. [b]We zetten de argumenten op een rij: Huidige vergunninghouders[/b] De bedrijven die momenteel over een NB vergunning beschikken hebben bij het huidige beleid een nagenoeg niet aan te tasten rechtszekerheid. Helemaal sinds het onderzoek van de UvA waarbij de emissie van een bedrijf tot op vrij geringe afstand tot het bedrijf van ongeveer 300 meter tot max. 500 meter is te herleiden tot dat bedrijf. Hierdoor is de mogelijkheid voor de Staat of een lagere overheid om een bedrijf te onteigenen, met als reden de stikstofdepositie op natuur, wetenschappelijk/juridisch nagenoeg onmogelijk geworden. Immers er is maar een beperkt aantal bedrijven dat binnen 500 meter van een stikstofgevoelig hexagoon liggen. [b]PAS-melders[/b] PAS-melders zitten momenteel in onzekerheid omdat hun PAS-melding rechteloos is geworden op 29 mei 2019. Echter, in de huidige WSN staat (dankzij Roelof Bisschop/Hans Maljaars SGP) dat de overheid wettelijk verplicht is de PAS-melders 3 jaar na intreding van de WSN te legaliseren. Van die 3 jaar zijn inmiddels 21 maanden verstreken. Over 15 maanden zijn de PAS-melders óf gelegaliseerd óf ze kunnen met succes een beroep doen op handhaving van de wet en de overheid via de rechter dwingen te legaliseren. Echter, eerder al zijn hiervoor oplossingen binnen de huidige wet. [b]Interimmers[/b] Deze lijken nu buiten de boot te vallen maar ook hiervoor zijn oplossingen binnen de huidige wet. De oplossingen worden beschreven aan het einde van dit betoog/opstel. Waarom is emissiebeleid zo een groot risico?. Bij de overstap naar emissiebeleid komt er een nieuw referentiepunt. Los van de vraag of je de huidige vergunningen juridisch kunt intrekken en inruilen voor een emissie referentie komt meteen de vraag: “wat is het referentiepunt?” Is dat de huidige vergunning met latente ruimte of de huidige vergunning zonder latente ruimte?. Zijn het de gerealiseerde dierplaatsen die de referentie vormgeven of is het gemiddelde aantal gehouden dieren geregistreerd bij RVO de laatste 3 jaar de referentie? De politiek kan er voor kiezen om bij de overstap naar emissiebeleid een generieke korting te doen over alle bedrijven bij ingang van het nieuwe beleid. Onze inschatting is dat de politiek die kans niet laat lopen. Een dergelijke korting kan 10% tot 12% bedragen. Momenteel is na de invoering van varkensrechten en fosfaatwetgeving geen ander instrument waarmee de politiek tot een generieke korting kan komen. Uitzondering daarop is een convenant met sectorpartijen waarbij landbouworganisaties zelf hun achterban een stukje de afgrond inschuiven. Ook kan de politiek er voor kiezen de rechten voor een beperkte periode uit te geven en na bijvoorbeeld 10 jaar deze in te trekken, te herzien of aan nieuwe voorwaarden te laten voldoen (zoals in België). Emissie van stikstof meten, zelfs realtime meten, zien we hier en daar verschijnen als aangedragen oplossing. Ammoniak emissies zijn met enige inzet en kosten meetbaar in stallen waar alle lucht centraal via een debietmeter gaat met ammoniakconcentratie meting en ook als het centraal de stal verlaat via 1 of 2 buizen met daarin ook debietmeters, die de m3 verplaatste lucht meten, en een ammoniakconcentratiemeter. Echter juridisch houdbaar zijn deze oplossingen nog niet gebleken. In open ligboxenstallen en stallen voor pluimvee en varkens met uitloop zijn emissie metingen niet nauwkeurig te doen behoudens daar waar zich binnen 300 meter geen andere stallen bevinden die de metingen kunnen beïnvloeden. Verder zijn er dan nog steeds grote onnauwkeurigheden in de metingen tussen de 30% en 60% dus ook niet houdbaar bij de rechter. Ook het berekenen van stikstof emissies per bedrijf kent de nodige onnauwkeurigheden waardoor de juridische houdbaarheid onzeker is. [b]Aarhus[/b] Het grootste risico bij de invoering van emissiebeleid en dus het uitgeven van stikstofemissie rechten is het verdrag van Aarhus. Volgens dat verdrag moet iedere burger van een lidstaat de mogelijkheid worden gegeven een zienswijze in te dienen bij projecten waarbij het milieu in het geding is. Reken maar dat Mobilisation van Johan Vollenbroek met of zonder medewerking van Volkert van der Graaf en een koppel links georiënteerde vrienden zich zal voorbereiden om voor alle veehouderijbedrijven een veelheid aan zienswijzen te gaan organiseren. [b]EU[/b] De huidige WSN en het beleid inzake uitvoering van de habitat richtlijn is voorgelegd en goedgekeurd in Brussel. Een nieuwe beleidsrichting zal niet binnen heel korte tijd goedkeuring van Brussel krijgen, daar gaat al snel een jaar of anderhalf over heen. [b]Tijd[/b] Dan is er nog een vrij funest bezwaar tegen de overstap van depositie naar emissie beleid en dat is tijd. Bij het huidige depositiebeleid is, zonder al te veel tijdrovende procedures, vrij snel tot positieve aanpassingen te komen omdat we vanwege de vele juridische procedures de afgelopen negen jaar vrij aardig weten aan welke knoppen we dienen te draaien. Overgaan op emissie beleid vraagt qua uitwerking en invulling in Nederlandse regelgeving op provinciaal en gemeentelijk niveau minimaal 2 jaar. Als de overstap wordt gemaakt van stikstofdepositiebeleid naar stikstofemissiebeleid is de wetgeving en de uitvoering pas echt hard als deze tot de hoogste rechter doormiddel van concrete rechtszaken is beproefd. Dus de onzekerheid voor ondernemingen of ze wel of niet over een harde vergunning beschikken bij emissiebeleid gaat vele jaren en tientallen uitspraken van de rechter duren. Jaren die we inmiddels bij het huidige stikstofdepositiebeleid achter de rug hebben en waarbij bijvoorbeeld de uitspraak over het Porthos project weer mogelijkheden heeft gebracht, ook voor andere bedrijven. Overstappen naar stikstofemissie beleid is dus geen risicoloze quickwin maar eerder een zeer risicovolle big loss. Bovenstaande overwegingen zijn voor Stichting Stikstof Claim redenen om de omissie in de huidige wetgeving te duiden en daarvoor constructieve en juridisch houdbare oplossingen aan te dragen die op redelijk korte termijn (binnen een jaar) realiseerbaar zijn. [b]Wat zijn dan die oplossingen?[/b] Voorzorgsbeginsel; ga meten. De huidige rechtspraak borduurt voort op het Europees bepaalde voorzorgsbeginsel. De rechter, tot aan de Raad van State aan toe, doet vaak de uitspraak dat niet met zekerheid is vast te stellen dat de natuur geen schade van een project zal ondervinden. Om dat te ondervangen zul je om te beginnen dus moeten weten wat de situatie in de natuur is. Wat is de toestand van de habitatten, wat is de mate van stikstofdepositie op die natuur en hoe zien de bodemanalysen van die gebieden er uit. Pas als je dat weet kun je beoordelen of 0,005 mol wel een significante bijdrage aan verslechtering gaat brengen of niet. Dus er moet weer worden gemeten in de natuurbodems iets wat tot 2011 ook gebeurde in het Trendmeetnet verzuring van het RIVM. Dit kan vrij eenvoudig op de meeste van de toenmalige locaties worden hervat en binnen een jaar heb je de eerste gegevens beschikbaar en kun je zien of er de afgelopen 12 jaar een verbetering of verslechtering heeft plaatsgevonden. Met die gegevens in de hand kun je hard maken of stikstofdepositie tot significante verslechtering gaat leiden en of de berekende depositie heeft kunnen leiden tot te hoge bodemvoorraden stikstof. De ons tot nu toe bekende onderzoeken door Stichting Agrifacts (Staf) en Agrio media laten zien dat dit op de Veluwe niet het geval is. De eerdere gegevens uit het Trendmeetnet verzuring tot 2011 geven ook geen aanleiding tot verontrusting. Naast bodemanalysen en het bemonsteren van het bovenste grondwater zal, hoe lastig het ook zal zijn, moeten worden overgegaan tot het meten van natte en droge depositie in natuurgebieden. Daarbij is herkomsttypering van die stikstofdepositie ook van belang. Immers, pas na echt depositiemeten in combinatie met bodemanalysen is een redelijke onderbouwing te geven of er ruimte is voor stikstofdepositie van een eventuele nieuwe activiteit. Het recente UvA onderzoek heeft laten zien dat stikstof vanaf een veehouderij na 500 meter niet meer meetbaar is te relateren aan die veehouderij. Stikstofdepositie in de natuur is dus maar heel beperkt te relateren aan individuele bedrijven en piekbelasters zijn nauwelijks aanwijsbaar. Onteigening op basis van stikstofdepositie op de natuur is nauwelijks mogelijk. Na het UvA onderzoek is dat wetenschappelijk en juridisch niet meer hard te maken. [b]KDW’s[/b] De Kritische Depositiewaarden worden gezien als de uiterste grens van welke stikstofdepositie nog toelaatbaar is op habitattypen. De KDW’s kennen een uitermate summiere onderbouwing die als enige drukfactor worden gehanteerd als beoordeling of het goed of slecht kan gaan met de natuur. Stikstof zal vast een drukfactor zijn voor stikstofgevoelige habitats. Echter, er zijn meer drukfactoren zoals verdroging, recreatie en slecht of onjuist beheer welke van invloed zijn op de toestand van de natuur. In Nederland wordt de toestand van de natuur geheel opgehangen aan het wel of niet overschrijden van de KDW en niet naar de daadwerkelijke toestand van de natuur. Gelukkig hebben een aantal politieke partijen ook in hun program staan dat de KDW niet de enige drukfactor is en dat er breder moet worden gekeken naar de natuur dan stikstof alleen. [b]Aerius[/b] Aerius is het rekeninstrument dat momenteel door de overheid als wettelijk instrument moet worden toegepast. Aerius kent geen validering met depositiemetingen en kalibratie is volgens de Rivm website niet mogelijk. Toch zijn er binnen Aerius (met blijvende onnauwkeurigheden) mogelijkheden om stikstofdepositie minder te overschatten dan nu het geval is. Het onderzoek van de UvA heeft hiervoor ook gegevens aangedragen. De veldemissie van ammoniak was in het 3-jarig onderzoek van UvA op twee bedrijven ongeveer 20 tot 30 kg lager dan nu in de rekenmodellen zit.Let wel dit is het meest langdurige en uitgebreide onderzoek dat de afgelopen 40 jaar is uitgevoerd en er is wereldwijd geen ander zo uitgebreid en langdurig onderzoek gedaan. Ook de droge depositie was op de bedrijven met een factor 2 tot 5 lager dan nu in de modellen zit. Daarnaast zit in de huidige modellen dat 80% van de ammoniak uit stallen naar de hogere luchtlagen gaat en 20% tot depositie in de nabije omgeving komt. Het 3-jarig UvA onderzoek stelt dat 91% van de emissie naar de hogere luchtlagen gaat en 9% van de emissie in de nabije omgeving van een stal tot depositie komt. Dat is een halvering en dan ook een zeer significante reden tot aanpassing van de modelwaarden. Bovenstaande kan het RIVM allemaal voorleggen aan het ministerie en zonder zelfs betrokkenheid van de Tweede Kamer kunnen deze aanpassingen worden gedaan. Het is een kwestie van willen. [b]Euros-Lotos[/b] Een andere mogelijkheid is om Aerius in te ruilen voor Euros Lotos. Het RIVM wil graag af van Aerius als instrument voor vergunning verlening. TNO heeft Euros Lotos beschikbaar en dat draait al in Duitsland. Sterker nog voor een aantal Nederlandse vergunningen met mogelijk grensoverschrijdende stikstofdepositie wordt nu al een Euros Lotos berekening gemaakt voor het Duitse deel. Om Euros-Lotos te gaan gebruiken zal LNV een aanpassing in de WSN moeten voorleggen aan de Tweede Kamer dat zou binnen een half jaar na de komst van een nieuwe minister moeten kunnen. [b]PAS-melders[/b] Zijn de PAS-melders te legaliseren ? Ja, dat kan. Legalisatie van de PAS-melders gaat niet leiden tot extra stikstofemissie. De huidige dieraantallen van de PAS-melders en interimmers zitten al in de huidige NEMA emissiecijfers en dus ook in Aerius. Legalisatie moet dan ook mogelijk zijn zonder aankoop van ammoniak. In de Porthos zaak heeft het ministerie van Economische Zaken een goede, uitgebreide argumentatie opgesteld waarom die activiteit van een vergunning kan worden voorzien. Dit zouden PAS-melders, in theorie, ook kunnen doen. Helaas kost dit een vermogen aan adviseurskosten. Mochten de Raad van State en de overheid van mening blijven dat voor PASmelders ammoniakrechten moeten worden aangekocht, dan is het mogelijk om, door een vrijwillige opkoopregeling voor latente ruimte (stal wel vergund, niet nog gebouwd) in werking te stellen, ammoniak rechten te verwerven. Pasmelders kunnen ook zelf ammoniakrechten kopen en deze declareren bij het LNV schadeloket. [b]Resume[/b] Al met al voldoende mogelijkheden om de onvolkomenheden binnen de huidige stikstofwetgeving op redelijk korte termijn te herstellen en juridisch houdbare vergunningen te houden en te verlenen. Het is niet een kwestie van kúnnen, maar wíllen landelijke en lagere overheden wel of geen oplossing. [b]Overstappen van stikstofdepositie beleid naar emissiebeleid is geen quick win maar heeft alles in zich om uit draaien op een big loss![/b] https://thumbs.boeren.online/groot/2023/38/7707-zwanen-in-de-herfst.jpg

Lubbert van Dellen: ‘Je kunt een veehouder niet afrekenen op depositie’

Uitkopen van piekbelasters heeft maar een heel beperkt effect op de stikstofdepositie in natuurgebieden. En voor een effectief stikstofbeleid moeten ook het transport en de industrie aan de bak. Dit stelt Lubbert van Dellen, secretaris van het Mesdag-Zuivelfonds, in een interview in de oktoberuitgave van Veeteelt en VeeteeltVlees. Verspreiding wetenschappelijk onderzocht Van Dellen baseert zijn conclusie op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (UvA) naar de verspreiding van ammoniak uit veestallen. In dit onderzoek werd met vijf verschillende meetmethoden rondom twee melkveebedrijven de depositie (neerslag) van stikstof gemeten. Dit gebeurde op vier verschillende afstanden en in vier windrichtingen van de stal. Hierdoor konden de onderzoekers bepalen hoe de stikstof uit ammoniak zich verspreidt. Lubbert van Dellen, secretaris Mesdag-Zuivelfonds: De resultaten van dit onderzoek maken duidelijk dat het uitkopen van piekbelasters op meer dan 500 meter van een natuurgebied maar voor een heel klein beetje helpt om de stikstofdepositie op dit specifieke natuurgebied te beperken Negentig procent stikstof in ‘deken’ Slechts tien procent van de stikstof slaat neer binnen een straal van 500 meter van de stal. Dit betekent dat 90 procent van de stikstof die de lucht in gaat, terecht komt in de zogenaamde ‘stikstofdeken’ op grote hoogte. ‘De resultaten van dit onderzoek maken duidelijk dat het uitkopen van piekbelasters op meer dan 500 meter van een natuurgebied maar voor een heel klein beetje helpt om de stikstofdepositie op dit specifieke natuurgebied te beperken’, concludeert Van Dellen. Ook transport en industrie moeten reduceren In het onderzoek is ook gekeken naar de bijdrage van verschillende sectoren aan de stikstofdepositie. Dicht bij de stal is driekwart van de neergeslagen stikstof afkomstig uit ammoniak uit de veehouderij en een kwart uit stikstofoxiden uit transport en industrie. Vanaf 300 meter van de stal heeft driekwart van de neergeslagen stikstof verkeer en industrie als bron en slechts een kwart de veehouderij. ‘Ook andere sectoren zullen dus vol aan de bak moeten om de stikstofdepositie op natuurgebieden te verminderen’, concludeert Van Dellen. ‘En als verkeer en industrie de ruimte krijgen om emissies te verlagen via innovatie in plaats van krimp, dan zal ook de veehouderij die ruimte moeten krijgen.’ Van depositie- naar emissiebeleid Van Dellen rekent erop dat de uitkomsten van het UvA-onderzoek invloed zullen hebben op het toekomstig stikstofbeleid. ‘We moeten van beleid dat stuurt op depositie naar beleid dat stuurt op emissie’ , stelt hij. ‘Dit onderzoek laat zien dat je veehouders niet kunt afrekenen op de stikstofdepositie op een specifiek natuurgebied. Het beleid zou veel meer gericht moeten zijn op vermindering van de ammoniakemissie door alle bedrijven. Bedrijven uitkopen kost de Nederlandse Staat veel geld. Dit geld zou veel effectiever besteed kunnen worden aan emissiebeperkende maatregelen door alle veehouders.’ Een uitgebreid interview met de secretaris van het Mesdag-Zuivelfonds is te lezen in de oktobernummers van Veeteelt en VeeteeltVlees die eind deze week verschijnen.

Column: Mesdagonderzoek maakte 58 miljard aan stikstofplannen bijna overbodig

Door Jan Cees Vogelaar en Geesje Rotgers, De belangrijkste conclusie uit het Mesdagfondsonderzoek is dat de droge depositie van stikstof wordt overschat. Met minimaal een factor 2 of misschien wel 3. Dit betekent dat de stikstofdepositie over Nederland, die thans wordt berekend op 19 kilo per hectare per jaar, volgens de metingen 6 tot 8 kilo lager ligt. De stikstofneerslag is gemiddeld ongeveer 11 - 13 kilo. Vandaag kwam de Universiteit van Amsterdam met haar bevindingen naar buiten. Als de metingen twee weken eerder naar buiten waren gekomen, hadden we kunnen stellen dat het modelmatige stikstofdoel min of meer was gehaald. Dan werd in ongeveer 74 procent van de stikstofgevoelige natuur de kritische depositiewaarde niet meer overschreden. [b]Het mag niet zo zijn, de Minister voor Natuur en Stikstof heeft de kritische depositiewaarden in het rekenmodel enkele dagen geleden fors aangescherpt.[/b] Terug naar het onderzoek van Universiteit van Amsterdam. Deze Universiteit heeft afgelopen 3,5 jaar de stikstofdepositie op een aantal locaties in Nederland gemeten. In opdracht van Mesdagfonds. De natte depositie, wat met de neerslag naar beneden komt, wordt opgevangen in een soort ‘regenmeter’. Hierin kan de stikstofneerslag redelijk nauwkeurig worden bepaald. Volgens het RIVM-rekenmodel is dit ongeveer een derde van de totale depositie. Twee derde betreft de droge depositie. Deze stikstof nemen planten op uit de lucht. Die stikstof wordt ingeschat met een rekenmodel. Droge depositie al jaren ter discussie Dat het RIVM-rekenmodel een factor 2 tot 3 te hoog zit met de droge depositie, gonst al vele jaren binnen Wageningen UR. Binnen deze universiteit zijn er twee groepen onderzoekers: een groep die betaald wordt door de overheid en kritiekloos doorrekent met het RIVM-model. En een groep onderzoekers die de juistheid van dit rekenmodel ernstig betwijfelt. Laatste groep wilde de depositie meten, maar kreeg daarvoor geen financiering en werd tegengewerkt. Mesdagfonds (waar Jan Cees Vogelaar destijds voorzitter van was) zette in 2013 onderzoek op met de groep door de overheid betaalde onderzoekers. Het tijdschrift V-focus (waar Geesje Rotgers destijds hoofdredacteur van was) zette in 2014 onderzoek op met de groep die werd tegengewerkt. We noemen de onderzoeksgroepen hier ‘onderzoeksgroep Mesdagfonds’ en ‘onderzoeksgroep V-focus’. Het duurde nog tot medio 2015 eer beide onderzoeksgroepen met elkaar in contact kwamen. Wat was het geval? De ‘groep V-focus’ wilde metingen hebben van onderzoekers die samenwerkten in de ‘groep Mesdagfonds’. De onderzoekers weigerden die te verstrekken aan de ‘groep V-focus’. “Want die zouden daar tóch niks mee kunnen”. Uiteindelijk leidde het tot een rel, met een minister die de Kamer vertelde dat de metingen niet meer beschikbaar waren. Er kwam zelfs ‘relatietherapie’ voor beide groepen, op last van de overheid. Het gebeuren leidde tot het einde van de ‘onderzoeksgroep Mesdagfonds’. Depositie eindelijk gemeten De overheid zette alles op alles om te verhinderen dat de depositie daadwerkelijk gemeten zou worden. Wageningse onderzoekers die in Dwingelderveld de depositie hadden gemeten, en tot de conclusie waren gekomen dat de droge depositie te hoog werd ingeschat door het RIVM, werden tegengewerkt bij hun wetenschappelijke publicatie. Die publicatie kwam er nooit. Ruim vier jaar geleden besloten Mesdagfonds en ‘onderzoeksgroep V-focus’ op zoek te gaan naar een partij die de droge depositie kon en wilde meten. Van diverse zijden werd de Universiteit van Amsterdam aanbevolen. Eind 2019 werd de samenwerkingsovereenkomst tussen Mesdagfonds en Universiteit van Amsterdam getekend. Er kwam een klankbordgroep, waarin ook het RIVM zitting had, alsmede enkele experts namens de Universiteit van Amsterdam. Ook hadden enkele onderzoekers van de inmiddels niet meer bestaande ‘groep V-focus’ hierin zitting. En uiteraard het Mesdagfonds. Zo’n anderhalf jaar geleden kwamen de eerste meetuitslagen van de droge depositie op tafel in de klankbordgroep. De gemeten droge depositie valt ruim de helft lager uit dan de gemodelleerde. Binnen de klankbordgroep werd het besproken. De onderzoekers verklaarden tot 30% van ‘het gat’ door posten die niet zijn meegeteld. Echter, een groot verschil bleef. De uitkomsten zijn in lijn met het eerdere Wageningse onderzoek in Dwingelderveld. Berekeningen aangescherpt Met de wetenschap dat de droge depositie een factor 2 te hoog zit, zou het stikstofdoel dat Nederland zich bij wet heeft opgelegd, ongeveer zijn gehaald. Provincies hadden hun 58 miljard kostende stikstofplannen dan in de prullenmand kunnen schuiven. Zo ver kwam het niet. Het verhaal loopt anders. Minister Van der Wal gaf Wageningen UR vorig najaar opdracht om nog eens goed naar de kritische depositiewaarden in het rekenmodel te kijken. Op dat moment zijn de uitkomsten van de eerste depositiemetingen in het Mesdagonderzoek ook bij de overheid bekend. Op 31 augustus 2023 maakte Minister Van der Wal bekend de kritische depositiewaarden van 32 habitattypen aan te scherpen. Deze berichtgeving volgt krap twee weken voordat de depositiemetingen van Universiteit van Amsterdam naar buiten worden gebracht. De berichtgeving van Minister Van der Wal heeft ervoor gezorgd dat de Provinciale plannen op het nippertje worden gered van de prullenbak. Met de forse aanscherping van de kritische depositiewaarden in het stikstofmodel, is er wederom een relatief grote modelmatige stikstofopgave. Meten in natuurgebied De Universiteit van Amsterdam mat ook de stikstofdepositie in drie natuurgebieden. Volgens kritische wetenschappers zou hier alleen van ‘natte stikstofdepositie’ sprake kunnen zijn. De concentratie in de lucht is te laag om droge depositie te veroorzaken. Of dit zo is, weten we nog niet. De uitkomsten van de natuurmetingen worden nog verwacht. Het Mesdagonderzoek heeft meer opgeleverd: een relatief goedkope methode om stikstofneerslag te meten. Provincies kunnen deze methode inzetten in hun kwetsbare natuur. Voor hooguit een paar miljoen euro en een jaar tijd, weten provincies dan of miljarden investeren aan stikstofmaatregelen tot resultaat gaat leiden. Tekst: Jan Cees Vogelaar, Geesje Rotgers. beiden op persoonlijke titel, onbetaald) lid van de klankbordgroep UvA, Mesdagfonds.

Praktijk verhaal PAS melder

Bron: https://m.facebook.com/story.php?story_fbid=pfbid02G7iytYsj2LSocXdYbe2Nm58uRtMBDXAMENPjs4M62wmc4TFLPLC7UnDDWJpzGaC1l&id=100014903266068 [quote]Ik heb een heftig en verdrietig bericht : Ons melkveebedrijf Kolhorn Dairy farm staat op de nominatie om afgeschoten te worden door de overheid . - Wij zijn piekbelaster dwz te vervuilend voor de Veluwe op 25 km afstand - PAS melder dwz dat onze milieu vergunning is afgepakt omdat volgens de overheid zij deze niet hadden mogen geven 11 jaar geleden. Rechtmatig verkregen volgens alle procedures maar dat geldt dus niet meer . - PAS melder van voor 2015 dus wij komen niet meer in aanmerking voor legalisatie. Deze week een adviseur van het ministerie op bezoek gehad om uit te gaan zoeken hoe ze ons willen opkopen . Een zak met geld kunnen we misschien krijgen maar de voorwaarden zijn catastrofaal voor ons prachtige bedrijf . Het zal tot de laatste steen afgebroken moeten worden en we mogen geen boer meer zijn voor hier en in heel Europa. Het bedrijf zonder deze regeling verkopen is voor melkveehouderij ook onmogelijk omdat we illegaal zijn en piekbelaster . Geen bank financiert het voor een koper. De uitkoop regeling is op vrijwillige basis wordt met nadruk gezegd . Maar wat betekent dat als je in de hoek staat met het geweer op je gericht en je geen kant op kan ? Vrijwillig betekent in ons geval dat we mogen vragen wanneer ze de trekker overhalen. Ons bedrijf : - een van de mooiste van Nederland - op de vruchtbaarste grond van Europa in de Flevopolder - groen label gebouwd met alle vergunningen rechtmatig verkregen. - modern - duurzaam - efficiënt werken - diervriendelijk En een filmpje van ons bedrijf is meerdere malen door de koning en de koningin meegenomen naar het buitenland als voorbeeld bedrijf op basis van innovatie , efficiëntie, duurzaamheid en diervriendelijkheid . Nu wil deze zelfde overheid ons bedrijf met een pennenstreek wegvagen en ons als veehouders de strop echt aan gaan trekken. Wij zijn er kapot van en weten op dit moment niet meer wat we moeten doen [/quote]

Broodje aap door polariserende praatjesmaakster Minister van de Wal

In Nieuwe Oogst en in de Gelderlander begin juni stonden vrij vertaald uitspraken van Minister van de Wal dat ze geluiden had vernomen dat boeren niet durfden te spreken over wel of geen deelname aan de LBV of LBV+ want andere boeren zouden mogelijk intimideren. Meteen een WOO verzoek gedaan om te achterhalen welke bewijzen de minister daarover zou hebben. Vandaag kwam het WOO besluit. Ze hebben er geen stukken van. Dat betekend ook geen aantekeningen geen gespreksverslagen van directieoverleggen waar dit aan de orde zou zijn geweest. Ook geen mail of appverkeer van ambtaneren of van derden waarin dit zou zijn aangegeven. Gewoon een fake story door minister van der Wal . Een polariserende opmerking niet 1 x maar meerdere keren bewust boeren in een verkeerd daglicht plaatsen is een serieus verwerpelijk en onheus handelen door minister van der Wal Excuses maken voor deze valse beeldvorming zou op zijn plaats zijn. Jan Cees

Het kabinet gaat verzuipen in de stront ( en de veehouders ook) De analyse....

Het 7de actie programma nitraat en het addendum gaan er voor zorgen dat we over enkele jaren verzuipen in de stront. Oud zuivelbaas Tjeerd is zeer effectief geweest om zijn oud broodheren het mes in de rug te steken. De analyse; We hebben nu nog 1.750.000 ha landbouwgrond. Tot 2027/2030 verliezen we daar het volgende areaal ( als plaatsingsruimte) door diverse gecreëerde opgaven. Ik benoem: Bufferstroken: 55000 ha 4% verplichte braak: 20.000 ha Bossenstrategie, middels sector plan: 125.000 ha Klimaatadaptatie: 125.000 De komende jaren blijft er 1.425.000 ha landbouwgrond over voor mestplaatsingsruimte (mits overgangsgebieden achterwege blijven) Het actie programma nitraat, wat eigenlijk bedoeld is voor de Nitraatrichtlijn maar nu zelfs gebruikt wordt voor coalitie afspraken, zorgt dat we naar een plaatsingsruimte gaan van 170 kg N per ha voor 695000 ha en 136 kg N per ha voor 730.000 ha. De totale plaatsingsruimte mest wordt over 3 jaar nationaal 217 miljoen kg N De productie in 2022 was 465 miljoen kg..... Met in acht neming dat er 3 miljoen kg N in de pilot mineralen concentraat gaat en toegepast wordt als kunstmest vervangers. En in BMC Moerdijk wordt er rond de 11 miljoen kg N verbrandt. Slotconclusie: Er is meer dan de helft van de mestproductie, 234 miljoen kg N, over 3 jaar niet meer te plaatsen. BASISVOORWAARDE NUMMER 1 EN 2 VOOR EEN LANDBOUW AKKOORD ZIJN: METEN EN TOESTEMMING VOOR GEBRUIK RENURE (met bijbehorende vergunning) Anders komt hongersnood dichterbij dan dat de meeste voor mogelijk houden!!!!

Hoge Raad geeft Leerdammer gelijk in rechtszaak over melkprijs 2010-2015

Hoge Raad geeft Leerdammer gelijk in rechtszaak over melkprijs 2010-2015 Op 17 maart heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in de rechtszaak over de melkprijs in de periode 2010 tot en met 2015. De Hoge Raad heeft Leerdammer gelijk gegeven. Leerdammer hoeft de 313 deelnemende boeren dus geen nabetaling van 40 miljoen euro te doen. De uitspraak geldt niet voor de 163 boeren die Leerdammer hebben aangeschreven na het begin van de rechtszaak. De uitspraak is door veel deelnemende boeren met grote teleurstelling en boosheid ontvangen. Volgens meerdere boeren heeft Leerdammer de overwinning te danken aan een leugen, waar het Gerechtshof en de Hoge Raad zijn ingetrapt. Waar ging de rechtszaak over? In de periode 2010 tot en met 2015 werd de melkprijs van Leerdammer bepaald aan de hand van een referentieprijs: het gewogen gemiddelde van de melkprijzen van Friesland Campina, DOC, CONO en Vreugdenhil. Dit melkprijsbeleid werd jaarlijks toegelicht op voorjaarsvergaderingen. De drie coöperaties betalen een deel van hun melkprijs uit in de vorm van ledenobligaties. De belangrijkste vraag in de rechtszaak was of dit “ledengeld” moest worden meegeteld in de referentieprijs. Volgens de boeren wel, volgens Leerdammer niet. In de rechtszaak speelde een geluidsopname die op een van de voorjaarsvergaderingen is gemaakt een belangrijke rol. Op deze geluidsopname zegt de manager milk supply van Leerdammer dat het “ledengeld” moet worden meegeteld bij de berekening van de referentieprijs. In de rechtszaak zegt Leerdammer dat de medewerker zich hier heeft vergist. Tot verbazing van de boeren vonden het Gerechtshof en de Hoge Raad het aannemelijk dat de manager milk supply van Leerdammer zich hier heeft vergist. Zoals gezegd geldt deze uitspraak niet voor de groep van 163, omdat zij formeel geen deelnemer aan de rechtszaak waren. Omdat de uitspraak zoveel verbazing oproept, bekijkt een gepensioneerd advocaat op verzoek van een van de 163 boeren of het zinvol is voor de groep van 163 om de zaak voort te zetten. De geluidsopname is uitgeschreven onder 2.12 van onderstaand vonnis: https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBROT:2019:6382&showbutton=true&keyword=leerdammer&idx=9

Ook zonder akkoord ontkomen de boeren niet aan maatregelen

Zo denkt de Volkskrant er over Nu die zijn mislukt, is er geen reden om bij de pakken neer te zitten. Integendeel. Want weliswaar past het streven naar consensus en inspraak in een lange Nederlandse traditie, maar uitgerekend in de landbouw is de invloed van de sector op het overheidsbeleid in de afgelopen decennia eerder te groot dan te klein geweest. Reeksen ministers van Landbouw stelden zich jarenlang in de eerste plaats op als belangenbehartiger van de boeren. Dat heeft het land noch de sector veel goeds gebracht. Alle oproepen tot een fundamentele herbezinning op de aard van de Nederlandse veeteelt zijn genegeerd, ook nadat de grote uitbraken van varkenspest, salmonella, gekkekoeienziekte, mond- en klauwzeer en Q-koorts tot groeiende ongerustheid leidden. Een groot deel van de sector is nog altijd gebouwd op te goedkope bulkproductie en wordt gestut door subsidies en ontheffingen die nadelig uitpakken voor het milieu, het dierenwelzijn en het klimaat. De boeren zelf moeten werken met te lage marges en een overvloed aan bureaucratie. Ook zonder handtekening van Sjaak van der Tak kan de overheid daar veel aan verbeteren, met alle middelen die een overheid nou eenmaal ter beschikking staan: met subsidies voor verduurzaming, met belasting op vervuiling en milieuschade, met hulp en advies voor boeren die willen omschakelen, met de prima uitkoopregeling die sinds kort openstaat en desnoods met dwangmaatregelen tegen de stikstofpiekbelasters nabij de natuurgebieden, als binnenkort onverhoopt blijkt dat vrijblijvendheid niet werkt. De boeren moeten helemaal niet weg, zoals hun militante actieleiders blijven suggereren. Ze horen er juist helemaal bij. Maar ze moeten wel hun medeverantwoordelijkheid nemen voor het stikstofprobleem. Dan maar zonder akkoord.

Al 100.000 Nederlanders geloven in kwaadaardige elite-complot, en dat aantal neemt verder toe

[quote]De complottheorie dat een kwaadaardige, wereldwijde elite mensen tot slaaf wil maken of wil doden gaat niet meer weg, denkt geheime dienst AIVD. Sterker: sinds de coronatijd groeide het aantal aanhangers zelfs iets. Al meer dan 100.000 mensen in ons land geloven in een kwade elite die achter de schermen aan de touwtjes trekt. Die extremistische groepering dreigt zich in een uiterste geval zelfs af te splitsen van de samenleving met alle gevolgen van dien, waarschuwt veiligheidsdienst AIVD in een rapportage. In de coronaperiode won de complottheorie terrein: het coronavirus zou bewust zijn ontwikkeld en verspreid, door een kwaadaardige groep leiders die in de schaduw de touwtjes in handen zou hebben, met als doel om via de wetenschap, de media en grote bedrijven totale wereldcontrole te vergaren. Het World Economic Forum van Klaus Schwab wordt in dat verband vaak genoemd, ook door Forum voor Democratie van Thierry Baudet.[/quote]

Concept-landbouwakkoord: duurzamer voedsel, hogere prijs boeren

ANP - De landbouw in Nederland wordt in de toekomst volledig duurzaam en zal zo min mogelijk het milieu belasten. Dat staat volgens RTL Nieuws in het concept-landbouwakkoord. Een van de afspraken is dat alle producten in Nederlandse supermarkten moeten voldoen aan een nieuwe norm. Daardoor stijgt de prijs van producten, maar krijgt de boer een betere vergoeding. Piet Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De landbouw in Nederland wordt in de toekomst volledig duurzaam en zal zo min mogelijk het milieu belasten. Dat staat volgens RTL Nieuws in het concept-landbouwakkoord. Dat zijn de belangrijkste voorstellen uit het landbouwakkoord waarover het kabinet het eens probeert te worden met landbouworganisaties, zo schrijft RTL. Daarnaast worden boeren in de toekomst ook verantwoordelijk voor natuurbeheer en krijgen zij daar een beloning voor. Tussenakkoord Al maanden overlegt minister Adema (Landbouw) met de sector over een toekomstplan, dat in 2040 moet zijn gerealiseerd. Een mogelijk akkoord is al een aantal keren uitgesteld. Woensdag is er opnieuw overleg. Mogelijk worden onderhandelaars het dan eens over een tussenakkoord, dat vervolgens wordt doorgerekend op de milieueffecten. Producten duurder Het is de bedoeling dat alle landbouwproducten in Nederland moeten voldoen aan een nieuwe 'duurzaamheidsstandaard'. Dit geldt met name voor groente, fruit, eieren, zuivel en vlees. Hierdoor zullen de producten iets duurder worden, maar tegelijkertijd zal de boer een betere prijs ontvangen. Wat de exacte impact van de prijsstijging zal zijn is nog niet duidelijk. Er wordt gestreefd naar een zo eerlijk mogelijke verdeling tussen consumenten, supermarkten, groothandels, voedselproducenten en boeren.

Erisman en de Vries: Wat voeren de heren in hun schild?

The Godfathers van het huidige natuurbeleid, Erisman en de Vries, die in 30 jaar tijd stikstof neerslag (depositie) gebombardeerd hebben tot de graadmeter van de biodiversiteit , maken gisteren vanuit het niets een draai van 180 graden. https://www.boerderij.nl/hoogleraren-stikstofnorm-op-30-kilo-ha In opdracht van het kabinet gooien ze een gearrangeerde game changer in het spel, emissie beleid met plaatsspecifieke plafonds . Maar waarom? Jaren lang worden er wetten gebouwd op het voorkomen van stikstof depositie. De habitatrichtlijn schrijft bij elk nieuw project middels het voorzorgsbeginsel voor dat er geen significante verslechtering van de natuur mag plaatsvinden. Ook is er een algemeen verslechtering verbod. Decennia lang wordt middels de focus op stikstof depositie hierop gestuurd. Alle wetgeving en vergunning verlening is er op gebasseerd. En nu een game changer, emissie beleid,, die de laatste weken/maanden ook al waar te nemen was bij het kabinet en enkele belangenbehartigers. Hebben de heren opdracht gekregen om een geitepaadje te creëren? Gaan de langverwachte resultaten van het emissie/depositie onderzoek van de Universiteit van Amsterdam roet in het regeringsbeleid gooien? Moeten de heren zich soms gaan verantwoorden in lopende zaken van oa SSC over het toepassingsgebied van Aerius, of kunnen ze hun leugen over de grote mate van aanwezigheid van droge depositie niet meer in de benen houden? Het blijft een vraag.....maar let wel, heren.....alle wetgeving in gebasseerd op depositie beleid als verlengstuk van de habitatrichtlijn. De vergunning verlening, wettelijk vastgelegd, gaat op basis van voorzorgsbeginsel en depositie beleid. Geen pas melders is er mee gered..... Of proberen de heren hun invloed op de hoofdtafel van het landbouw akkoord te doen laten gelden, waar ze voor hun emissie proefballonnetje een gewillig oor kunnen vinden bij de nog achtergebleven sector vertegenwoordiging? Zeker de actoren aan de tafel die weinig feeling hebben bij het feitelijk ondernemen, zullen als een tuinslang meebewegen. Alles voor de deal, zullen we maar zeggen..... Let wel, generiek emissie beleid gaat niet zorgen voor een oplossing biodiversiteit wel voor de gewenste veekrimp!

Voelt u zich niet vertegenwoordigd bij de opstelling van het Landbouwakkoord? Maak bezwaar!

Stikstofclaim wijst landbouwers op de grote gevolgen van het Landbouwakkoord. De uitgangssituatie stond al bij aanvang vast en daaraan bleek niet te tornen. Dit is niet wenselijk en niet acceptabel. Daarbij vertegenwoordigen de ‘sector vertegenwoordigers’ aan tafel, bij lange na niet de sector. Stikstofclaim heeft een voorbeeldbrief beschikbaar gesteld waarmee boeren kenbaar kunnen maken dat zij zich niet vertegenwoordigd voelen door de bestuurders die het Landbouwakkoord opstellen. Onderaan dit bericht kunt u de voorbeeldbrief downloaden. Zoals jullie wellicht allemaal meegekregen hebben is het tekenen van het Landbouwakkoord aanstaande. Dit heeft voor ons als landbouwers grote gevolgen. Ook al worden die gevolgen nog lang niet door iedereen overzien, het zal in de komende tijd blijken. Het lijkt erop dat het in stand houden van de coalitie en het uitvoeren van het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied) van groter belang is dan het waarmaken van een goede toekomstbestendige landbouw en landbouwkundig gebruik van onze eigendommen. Het NPLG gaat de inrichting van het landelijk gebied bepalen waarbij overgangsgebieden bij N2000 gebieden en gedwongen extensivering van veenweidegebieden een enorme impact gaan hebben. Om te komen tot een goed landbouwakkoord moet je met een gelijk speelveld beginnen. Dat is hier niet aan de orde geweest. De kaders van de gesprekken stonden vooraf al vast want immers, de doelen waren reeds omschreven in de kamerbrief: – Natuur: de hoofddoelstelling van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen (VHR) is het op termijn realiseren van een gunstige staat van instandhouding voor alle beschermde habitattypen en soorten. Hiervoor is in het NPLG de landelijke doelstelling opgenomen dat in 2030 van het stikstofgevoelige areaal binnen Natura 2000-gebieden 74% onder de KDW moet zijn gebracht. Zoals aangegeven in de appreciatie van het advies van de heer Remkes neemt het kabinet zijn aanbevelingen over als het gaat om de KDW en het jaartal 2030. In de brief over het NPLG die ook vandaag naar de Tweede Kamer is verzonden staan de bredere doelen voor natuur toegelicht. – Water: de Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat uiterlijk 2027 Nederland alle maatregelen moet hebben genomen die nodig zijn om te komen tot gezonde aquatische ecosystemen. Onderdeel hiervan is de implementatie van het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (inclusief addendum) (Kamerstuk 33 037, nrs. 431 en 437), de derogatiebeschikking en het uitvoeringsprogramma gewasbeschermingsmiddelen. De Minister van Infrastructuur en Water heeft vandaag separaat de Water en Bodem Sturend-brief aan de Tweede Kamer aangeboden, waarin in dit Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 30 252, nr. 775 hoofddoel nader is uitgewerkt. – Klimaat: om de nationale klimaatdoelstelling van ten minste 55% emissiereductie in 2030 te realiseren heeft de landbouw een indicatief restemissiedoel van 18,9 Mton CO2eq. in 2030 en het landgebruik een indicatief restemissiedoel van 1,8 – 2,7 Mton CO2 eq. in 2030. Hierbij is voor de veehouderij en akkerbouw (mestaanwending in de akkerbouw) een emissiereductie van 5 Mton CO2 eq. in 2030 gekoppeld aan de gecombineerde aanpak in het landelijk gebied. De doelen voor 2030 zijn een tussenstap op weg naar het uiteindelijke doel: Nederland klimaatneutraal in 2050. De uitgangssituatie is dus allesbehalve wenselijk en niet te accepteren. Dat is op zich al frustrerend maar wat ook met name frustreert is het optreden van de deelnemers van het Landbouwakkoord. Zij doen zich voor als sectorvertegenwoordigers en spreken ‘namens de sector’. Het percentage dat deze partijen vertegenwoordigt is bij lange na niet “de sector”. Daarom hebben wij, als Stichting Stikstofclaim, gemeend u te moeten informeren over bovenstaande. Maak uw bezwaar kenbaar Tevens willen wij u erop wijzen dat wanneer u zich niet vertegenwoordigd voelt door partijen die aan tafel zitten bij het Landbouwakkoord u dit middels bijgaande brief kenbaar kunt maken. Vul bijgaande brief aan met de datum en uw eigen gegevens (deze zijn geel geaccentueerd), onderteken de brief en stuur deze per mail naar: landbouwakkoord@minlnv.nl. Download de voorbeeldbrief hier: https://www.stikstofclaim.nl/wp-content/uploads/2023/04/Inzake-Landbouwakkoord.docx Gezien het vervolg van de besprekingen morgen en de naderende climax is het belangrijk dat u dit zo spoedig mogelijk doet. Het bestuur Stichting Stikstof Claim

Jan Cees Vogelaar. on Twitter

Met welk mandaat zitten Agractie, LTO, NAJK en NMV om tafel bij het Landbouwakkoord? LTO heeft leden met inschrijving KvK . Hoeveel dat wordt binnenkort iets duidelijker en de te grote broek die LTO aantrekt ook. Dus LTO heeft mandaat zij het veel kleiner dan LTO wil doen geloven en onvoldoende om namens een sector afspraken te maken NAJK heeft geen bedrijven als lid en heeft dus geen enkel mandaat. NMV kent circa 1500 leden melkveehouders en heeft dus beperkt mandaat. POV en NAV zijn beiden ledenorganisaties . POV zal het grootste deel van de varkenshouders organiseren. NAV niet de meeste akkerbouwers. NAV verwelkomde in 2017 het 3000 ste lid en er zijn circa 17.000 bedrijven met (deels) akkerbouw. DDB heeft geen bedrijven als lid Dan blijft over Agractie die namens boerenachterban zegt te spreken. Maar probeer maar eens lid te worden van Agractie. Dat gaat niet. Donateur kun je wel worden. Agractie zit dus aan de hoofdtafel bij het Landbouwakkoord te onderhandelen namens een aantal donateurs niet namens boerenleden. Agractie is geen ledenorganisatie en heeft derhalve geen enkele representiviteit of mandaat. Dit is natuurlijk ook allemaal bekend bij de bestuurders die aan tafel zitten en bij de overheid. Het zogenaamde Landbouwakkoord kan dus nooit namens de primaire sectoren worden afgesloten vanwege de geringe vertegenwoordiging.

GJ Bosch


Foto's
0
Video's
0
Topics
0
Reacties
0
Stemmen
73
Volgers

Over mij

Leeftijd: onbekend
Laatst op Boeren.online: 5jr geleden
Laatst op Prikkebord: 15min geleden
Laatst op TractorFan: 2jr geleden

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering