Dalende voedselprijzen maar boodschappen blijven (nog) duur

Afgelopen mei was voor het eerst een duidelijke daling in de prijzen van grondstoffen voor de levensmiddelenindustrie te merken. Voor het eerste werd het laagste prijspeil sinds april 2021 gemeten. In oktober daalden de prijzen verder,meldt wereldvoedselorganisatie FAO van de VN.

Afgelopen oktober noteerde de FAO Voedselprijsindex 10,9% lager dan in oktober 2022.
De Graanprijsindex daalde met 1,0%. Internationale rijstprijzen daalden met 2,0% als gevolg van een 'passieve wereldwijde importvraag', terwijl die van tarwe met 1,9% daalden door overvloedige voorraden uit de Verenigde Staten en flinke concurrentie tussen exporteurs. De Olieprijsindex daalde met 0,7%, de suikerprijsindex met 2,2%. De vleesprijsindex daalde met 0,6 procent,
De Zuivelprijsindex van de FAO steeg met 2,2% in oktober, waarmee een eind kwam aan een negen maanden durende daling. Dat laatste is goed nieuws voor Nederlandse melkveehouders die hun kosten sterk zien stijgen en dringend behoefte hebben aan een hogere waarde van hun product op de grondstoffenmarkten.

Ondanks deze dalingen blijven de prijzen in supermarkten hoog. Dat is een logisch gevolg van de dynamiek tussen de markt voor grondstoffen, de levensmiddelenindustrie en supermarktorganisaties.

In een recente analyse signaleren analisten van Rabobank dat supermarktorganisaties 'worstelen met hun marges'. Toen de prijzen na de coronaperiode (bij een aantrekkende behoefte tot consumptie na een periode van oppotten, maar tevens een verstoorde mondiale logistiek) en de kort daarop volgende inval van Rusland in Oekraïne, hadden supermarkten geen haast om de gestegen kosten van hun leveranciers door te belasten aan consumenten. Inmiddels zitten ze sinds 1 september met 10% hogere personeelskosten, hogere huur van panden die ze niet in eigendom hebben en oplopende rentelasten.
Rabobank schrijft: "Grote kans dus dat de inkopers deze winter op pad worden gestuurd om de margedruk te compenseren met lagere inkoopprijzen. Er is één groot verschil met twee jaar geleden. In 2021 hadden supermarkten geen haast om hogere producentenprijzen te accepteren. Nu zijn de rollen omgedraaid."

Met andere woorden: de levensmiddelenindustrie wil haar gederfde marges die optraden aan het begin van de steile inflatiecurve nog terugverdienen. Supermarkten merken echter koopstakingen en ander koopgedrag van consumenten en willen die extra terugverdientijd zoveel mogelijk beperken.

Het is 'atypisch' dat supermarkten hun leveranciers nu al waarschuwen dat ze hun prijzen komend jaar flink moeten verlagen, schrijft Het Laatste Nieuws. De prijsonderhandelingen tussen industrie en detailhandel zullen er de komende maanden, waarin traditioneel de nieuwe leveringscontracten worden vastgesteld, hard aan toegaan. De Morgen meldt vandaag dat wij consumenten ons koopgedrag allang hebben aangepast: we zijn prijsbewuster gaan kopen. Fabrikanten die zich niet aanpassen, gaan gewoon minder verkopen. Dat betekent dat binnen afzienbare tijd toch ook je boodschappen en fles Fanta met nog altijd schreeuwend dure suiker goedkoper zouden moeten worden. Helemaal zeker is dat niet omdat we in erg woelige tijden leven.

Dalende voedselprijzen maar boodschappen blijven (nog) duur (foodlog.nl)

Afgelopen mei was voor het eerst een duidelijke daling in de prijzen van grondstoffen voor de levensmiddelenindustrie te merken. Voor het eerste werd het laagste prijspeil sinds april 2021 gemeten. In oktober daalden de prijzen verder,meldt wereldvoedselorganisatie FAO van de VN. Afgelopen oktober noteerde de FAO Voedselprijsindex 10,9% lager dan in oktober 2022. De Graanprijsindex daalde met 1,0%. Internationale rijstprijzen daalden met 2,0% als gevolg van een 'passieve wereldwijde importvraag', terwijl die van tarwe met 1,9% daalden door overvloedige voorraden uit de Verenigde Staten en flinke concurrentie tussen exporteurs. De Olieprijsindex daalde met 0,7%, de suikerprijsindex met 2,2%. De vleesprijsindex daalde met 0,6 procent, De Zuivelprijsindex van de FAO steeg met 2,2% in oktober, waarmee een eind kwam aan een negen maanden durende daling. Dat laatste is goed nieuws voor Nederlandse melkveehouders die hun kosten sterk zien stijgen en dringend behoefte hebben aan een hogere waarde van hun product op de grondstoffenmarkten. Ondanks deze dalingen blijven de prijzen in supermarkten hoog. Dat is een logisch gevolg van de dynamiek tussen de markt voor grondstoffen, de levensmiddelenindustrie en supermarktorganisaties. In een recente analyse signaleren analisten van Rabobank dat supermarktorganisaties 'worstelen met hun marges'. Toen de prijzen na de coronaperiode (bij een aantrekkende behoefte tot consumptie na een periode van oppotten, maar tevens een verstoorde mondiale logistiek) en de kort daarop volgende inval van Rusland in Oekraïne, hadden supermarkten geen haast om de gestegen kosten van hun leveranciers door te belasten aan consumenten. Inmiddels zitten ze sinds 1 september met 10% hogere personeelskosten, hogere huur van panden die ze niet in eigendom hebben en oplopende rentelasten. Rabobank schrijft: "Grote kans dus dat de inkopers deze winter op pad worden gestuurd om de margedruk te compenseren met lagere inkoopprijzen. Er is één groot verschil met twee jaar geleden. In 2021 hadden supermarkten geen haast om hogere producentenprijzen te accepteren. Nu zijn de rollen omgedraaid." Met andere woorden: de levensmiddelenindustrie wil haar gederfde marges die optraden aan het begin van de steile inflatiecurve nog terugverdienen. Supermarkten merken echter koopstakingen en ander koopgedrag van consumenten en willen die extra terugverdientijd zoveel mogelijk beperken. Het is 'atypisch' dat supermarkten hun leveranciers nu al waarschuwen dat ze hun prijzen komend jaar flink moeten verlagen, schrijft Het Laatste Nieuws. De prijsonderhandelingen tussen industrie en detailhandel zullen er de komende maanden, waarin traditioneel de nieuwe leveringscontracten worden vastgesteld, hard aan toegaan. De Morgen meldt vandaag dat wij consumenten ons koopgedrag allang hebben aangepast: we zijn prijsbewuster gaan kopen. Fabrikanten die zich niet aanpassen, gaan gewoon minder verkopen. Dat betekent dat binnen afzienbare tijd toch ook je boodschappen en fles Fanta met nog altijd schreeuwend dure suiker goedkoper zouden moeten worden. Helemaal zeker is dat niet omdat we in erg woelige tijden leven.