RAV upgraden voor verlenen stalvergunningen
Landbouworganisaties leggen zich niet neer bij de uitspraak van LNV dat de RAV-systematiek failliet is. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit moet inzetten op oplossingen om op basis van de Regeling Ammoniak en Veehouderij (RAV) vergunningverlening voor stallen mogelijk te houden, vindt onder andere LTO.
RAV upgraden voor verlenen stalvergunningen (nieuweoogst.nl)
Landbouworganisaties leggen zich niet neer bij de uitspraak van LNV dat de RAV-systematiek failliet is. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit moet inzetten op oplossingen om op basis van de Regeling Ammoniak en Veehouderij (RAV) vergunningverlening voor stallen mogelijk te houden, vindt onder andere LTO. |
De beste boeren staan aan wal
Hebben de trefwoorden landbouw , lto , veehouderij , lnv , natuur , ammoniak , stallen , uitspraak , failliet en vergunningverlening geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de agrarische sector kunnen deze site nÊt dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!
Reacties
Dat is per mail bevestigd
Bestuurders snappen geen zak van het dossier en het begrip voorzorgsbeginsel.
En dat is dan op zich weer begrijpelijk. De meeste zijn geen ondernemer meer of nooit geweest....
Artikel 6 van de Habitatrichtlijn bevat het voorzorgsbeginsel. Een bestuursorgaan moet toestemming voor een project weigeren, wanneer zij nog niet zeker is dat er geen effecten zijn die de natuurlijke kenmerken van een gebied zullen aantasten. Een bestuursorgaan kan hier zeker van zijn, wanneer het project geen leemten vertoont en volledige, precieze en definitieve constateringen en conclusies bevat die elke redelijke wetenschappelijke twijfel over de gevolgen van de geplande werkzaamheden voor het betrokken beschermde gebied wegnemen.
De Nederlandse interpretatie van de richtlijn gaat daarin verder. Volgens die interpretatie mag een N emitterende nieuwe activiteit geen significant effect hebben op de instandhoudingsdoelstellingen. Middels een voortoets is via het OPS model van Aerius vast te stellen of de nieuwe activiteit zorgt voor een toename van de depositie, groter dan 0,005 mol per ha per jaar. Deze grens is gesteld i.v.m. de door de overheid vastgestelde onnauwkeurigheid in het systeem. (in werkelijkheid heeft vlgs RIVM, PBL en cie Hordijk het systeem een onnauwkeurigheid tot 100 % op lokaal niveau en is daarom niet doelgeschikt voor vergunningverlening vlgs deze drie autoriteiten)
Samenvattend is dus te concluderen dat een nieuwe Wnb alleen juridisch houdbaar is, als vast te stellen is dat er geen significant effect is op de N gevoelige natuur. Dus er wordt een 100 % zekerheid verlangd in de vergunningverlening